Advocatenkantoor Van Dijk | Advocaat Barneveld | De intentieovereenkomst: rechten en plichten
15748
post-template-default,single,single-post,postid-15748,single-format-standard,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-theme-ver-10.0,wpb-js-composer js-comp-ver-4.12,vc_responsive
 

De intentieovereenkomst: rechten en plichten

De intentieovereenkomst: rechten en plichten

Geregeld leggen partijen gemaakte afspraken vast in een zogenaamde “intentieovereenkomst”. In de regel wordt dit gedaan omdat partijen een bepaald doel hebben en daarover afspraken willen maken. Vaak volgt er daarna nog een definitieve overeenkomst, maar niet altijd. Wat is de juridische status van een intentieovereenkomst? Schept deze (afdwingbare) verbintenissen voor partijen?

Contractsvrijheid

Het uitgangspunt van het Nederlandse contractenrecht is: contractsvrijheid. Partijen kunnen dus in een overeenkomst in beginsel alles afspreken wat zij willen. Daarbij is in beginsel niet van belang hoe de overeenkomst wordt genoemd! De vraag of – en zo ja in welke mate – een intentieovereenkomst verbintenissen schept, hebben partijen dan ook ook zelf in de hand. Wanneer een intentieverklaring niets meer zou moeten inhouden dan het vastleggen van de intenties in een bepaalde rechtsrelatie om te komen tot een bepaald doel, dan zouden in die overeenkomst ook geen afdwingbare verbintenissen moeten staan. Meestal worden er echter wél verstrekkende verplichtingen opgenomen.

Gebruik in de praktijk

Regelmatig wordt de intentieovereenkomst gebruikt in het kader van onderhandelingen over een eventuele overname van een onderneming. Meestal wordt daarin een bepaling opgenomen aangaande de rechten over en weer voor het geval de overname niet door gaat. Afhankelijk van de formulering kan in dat geval bijvoorbeeld een vergoeding worden verkregen voor gemaakte kosten en/of gederfde winst. Voor de vraag of er een dergelijke verplichting bestaat, is van belang hoe de betreffende bepaling is geformuleerd. Vaak zal aan een bepaalde voorwaarde moeten zijn voldaan.

Ontbindende of opschortende voorwaarde

Indien partijen een voorwaarde opnemen kan deze op verschillende manieren worden verwoord, namelijk door middel van een zogenaamde ‘opschortende voorwaarde’ ofwel een ‘ontbindende voorwaarde’. Een opschortende voorwaarde leidt ertoe dat er pas sprake is van een bindende afspraak wanneer een bepaalde voorwaarde is vervuld (bijvoorbeeld het verkrijgen van een financiering). Een ontbindende voorwaarde heeft tot gevolg dat de gemaakte afspraak van het begin af aan bindend is geweest, maar dat deze kan worden ontbonden indien aan een bepaalde voorwaarde is voldaan (bijvoorbeeld het niet verkrijgen van een financiering). Het belangrijkste verschil is gelegen in de bewijsplicht. De partij die stelt dat er een bindende overeenkomst tot stand is gekomen en daarvan nakoming vordert, zal daarvan in beginsel de bewijslast dragen. Echter, wanneer er sprake is van een overeengekomen opschortende voorwaarde is die bewijslast nog zwaarder omdat dan tevens moet worden aangetoond dat aan de (opschortende) voorwaarde is voldaan.

Conclusie

Niet de titel van een overeenkomst, maar de inhoud is bepalend voor de juridische status. Een intentieovereenkomst kan dus net zo verstrekkende gevolgen hebben als een ‘gewone’ overeenkomst. Dit wordt heel vaak onderschat. Wees dus op uw hoede wanneer u een intentieovereenkomst wilt sluiten. Laat u in een voorkomend geval tijdig door ons voorlichten omtrent de eventuele risico’s en hoe deze kunnen worden afgewend.